Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag

Klaar of niet klaar

Klaar of niet klaar, dat is de vraag die de afgelopen week langskwam. ‘Klaar’ is een term die door Jed McKenna is gedeponeerd (‘done’ in het Engels) en geeft aan dat je klaar bent met de zoektocht. Het verwijst naar wat vroeger ‘spirituele verlichting’ werd genoemd, maar die term wordt al jaren teveel misbruikt.

Jed McKenna stelt dat er na twee a drie jaar van intensieve Spirituele Autolyse er een soort van ‘verlichtingservaring’ kan plaatsvinden, waarna de denkgeest — in de vorm van het lichaam-brein-systeem — nog gemiddeld iets van tien jaar nodig heeft om hieraan te wennen, waarna het klaar is.

Mocht dit het geval zijn, mocht je ‘klaar’ zijn, dan is mijn ervaring inmiddels dat het beter is om hierover niets te zeggen. Het levert nogal wat verschillende reacties op bij de mensen tegen wie je zoiets vertelt. Mensen die helemaal niet bezig zijn met ‘wakker worden’ kijken je vreemd aan of lachen je uit, terwijl mensen die er wel mee bezig zijn je niet geloven en hun best gaan doen om te bewijzen dat het niet zo is.

De eerste groep mensen begrijp ik, die zijn er niet mee bezig en weten niet wat het is. De tweede groep verraste me, hun reactie vond ik wel interessant. Zeker de personen die zelf beweren ‘klaar’ te zijn, gaan heel erg hun best doen om te bewijzen dat jij het niet bent. Ik ben me gaan afvragen waarom dat is, want je zou denken dat je als iemand die ‘klaar’ is juist blij zou zijn als er meerdere schijnbare personages om je heen ook ‘klaar’ zijn.

Opeens begreep ik het. Er is natuurlijk maar één iets dat een mening heeft over een ander, en dat is de ego-denkgeest. Zodra ik ga nadenken over de status van een ander, of zodra een ander gaat nadenken over mijn status, kan dat alleen gebeuren onder leiding van de ego-denkgeest, want de Heilige Geest, of de juist gerichte denkgeest voor mensen die niet bekend zijn met Een Cursus in Wonderen, oordeelt niet en heeft geen mening over een ander.

De juist gerichte denkgeest (Heilige Geest, kortweg HG) houdt zich niet bezig met de vraag of iemand anders wel of niet ‘klaar’ is, omdat hij weet dat er geen anderen zijn. Dus, wanneer je afwijzend of goedkeurend reageert op de mededeling van een schijnbare andere dat hij ‘klaar’ is, is dat op zich wel weer een goede graadmeter voor jezelf.

Met andere woorden, wanneer je de conclusie trekt dat een ander wel of niet ‘klaar’ is, dan ben je het zelf overduidelijk nog niet, aangezien elk oordeel alleen vanuit de ego-denkgeest komt. ‘Klaar’ betekent vrij zijn van de ego-denkgeest, in de zin van dat je niet meer luistert naar wat de ego-denkgeest roept en in plaats daarvan voor de Heilige Geest kiest, die niet oordeelt.

Aan de andere kant, als jouw ‘klaar’ zijn afhankelijk is van de goedkeuring van een ander, dan weet je ook dat je nog niet klaar bent. Daarbovenop komt nog dat niemand anders kan weten of je klaar bent, net zoals jij niet kan weten of iemand anders klaar is. Alleen jijzelf en niemand anders kan weten of je klaar bent.

Maar goed, ik ben zo dom geweest om openlijk te beweren dat ik zo goed als klaar ben — niet eens dat ik klaar ben, maar slechts ‘zo goed als’. Ik was niet eens op zoek naar een schouderklopje, het was gewoon een mededeling binnen het verhaaltje dat ik vertelde.

Ik kan iedereen afraden om dat te gaan doen, tenzij je het als een leermoment beschouwt of voor jezelf wilt testen of je wel of niet of bijna ‘klaar’ bent. Wanneer je merkt dat je de reacties van die andere mensen persoonlijk opvat, dan ben je er nog niet, en als blijkt dat de reacties je niet raken of meteen van je afglijden, dan weet je dat je op de goede weg bent.

Niettemin, om confrontaties te voorkomen, is het beter om het gewoon voor je te houden en je niet bezig te houden met andere mensen, hun oordeel of hun status. Houd het lekker bij jezelf, want jij bent de enige die hier is en jij bent de enige die wakker hoeft te worden, en jij bent de enige die kan vaststellen of dat is gelukt.

Over Hemel, Hel en Vagevuur

Wij zijn inherent deel van Eenheid, omdat Eenheid het enige is dat er is en daarom moet alles inherent deel zijn van Eenheid. Als er iets anders zou zijn dan Eenheid, dan zou Eenheid geen eenheid zijn.

Die Eenheid kunnen we symbolisch ‘de Hemel’ noemen, en aangezien we geloven dat we ons los hebben gemaakt en hebben afgescheiden van die Eenheid, en ons dus niet in die symbolische Hemel bevinden, moeten we ons wel in ‘de Hel’ bevinden. Het is het één of het ander, er is geen tussenweg.

Omdat het voor ons te pijnlijk en te verschrikkelijk is om te accepteren dat we onszelf in de Hel hebben geplaatst, dromen we van een wereld tussen Hemel en Hel. Deze wereld tussen Hemel en Hel heet officieel ‘Vagevuur’, de plek van de zekerheid van de Hel en een veelal zinloze hoop op de Hemel. Dat is de wereld die we voor onszelf aan het dromen zijn.

Het maakt niet uit hoe we deze gedroomde wereld ervaren — leuk, niet leuk, prachtig of verschrikkelijk — het is nog steeds Vagevuur en het is nog steeds een droom. Tenzij we ons herinneren dat we de Hemel nooit hebben verlaten, zitten we in onze gedachten daadwerkelijk vast in de Hel, alwaar we dromen over een volgens ons iets beter Vagevuur.

Je kunt jezelf wijsmaken dat alles oké is in dit Vagevuur, dat alles goed is, en zelfs dat het prachtig en helemaal geweldig is, maar het blijft gewoon de Hel, aangezien we ons overduidelijk niet in de Hemel bevinden. Hierbij herinner ik ons nog even aan het feit dat de Hemel symbool staat voor Eenheid en de Hel symbool staat voor het idee dat we ons hebben afgescheiden van die Eenheid.

Vagevuur is de droom die we dromen omdat zowel het idee van afscheiding als ons bestaan in Hel te verschrikkelijk voor ons is. We kunnen ons wijsmaken, en we doen dat ook, dat als we ons heel goed gedragen in dit leven in dit Vagevuur, wij na onze dood naar de Hemel zullen gaan. Ook dat is een sprookje binnen de droom van Vagevuur.

Er is maar één oplossing voor dit probleem, en dat is ons herinneren dat we nooit Eenheid hebben verlaten, omdat dit letterlijk onmogelijk is. Dit weten, in plaats van ons herinneren dat we Eenheid nooit hebben verlaten, is niet genoeg. ‘Weten’ vindt altijd plaats in de droom en weten in de droom is altijd onder leiding van de ego-denkgeest; de god van het Vagevuur.

Ons herinneren dat we Eenheid, en daarmee de Hemel, nooit hebben verlaten, is van een andere orde. Dit vergt training van onze denkgeest, omdat we heel erg ons best hebben gedaan om het te vergeten, waardoor het niet vanzelfsprekend is dat we het ons zo maar weer kunnen herinneren. Het is niet voor niets dat Een Cursus in Wonderen een levenslange cursus is, en niet zo maar een boekje met wijsheden.

Zo zijn er dus mensen die weten dat deze wereld een illusie is, het gedroomde resultaat van het dromen van een droom, en denken dat ze er dan maar net zo goed van kunnen genieten. Sommigen gaan ervan uit dat het dromen stopt wanneer het lichaam in de droom sterft.

Niets is minder waar. De droom wordt gewoon opgevolgd door een nieuwe droom en die droom is niet altijd per se leuker dan de afgelopen droom. Wakker worden uit de droom doe je door je denkgeest te trainen in het herinneren dat we ons nooit hebben afgescheiden van Eenheid. Dit kunnen we doen in deze droom, zodat het niet nodig is om nog eens een droom te dromen.

Nogmaals, herinneren is werkelijk extreem anders dan weten dat het zo is. Weten dat het zo is, is geen herinnering dat het zo is. Weten is aangeleerde feitenkennis en feitenkennis wordt altijd aangeleerd onder leiding van de ego-denkgeest… en dat heeft altijd als enig doel om je vast te houden in Vagevuur, wat in feite de Hel is. Herinneren is het ophalen van de inherente en absolute kennis dat het zo is.

Wakker worden uit de droom begint met de realisatie en acceptatie, dat de wereld waarin we leven, deze wereld die we dromen, in feite de Hel is. Zolang je denkt dat deze droom nog iets leuks heeft, of voordelen oplevert, of je iets te bieden heeft, zal je nooit aannemen dat het de Hel is. Dan zal je nooit de stap zetten om je denkgeest te trainen zich werkelijk te herinneren dat er niet zoiets bestaat als Hel en dat je nooit de Hemel hebt verlaten.

Tot we ons werkelijk herinneren dat we de Hemel nooit hebben verlaten, zitten we vast in de Hel en dromen we over Vagevuur; droom op droom op droom. Het maakt niet uit hoe mooi we het decoreren — prachtig kleurtje verf op de muren en vooral heel veel speciale relaties — het blijft Vagevuur.

De oplossing, zoals ik al zei, is de denkgeest trainen in het ophalen van de herinnering aan Eenheid en het feit dat we die Eenheid nooit hebben verlaten. De oplossing voor ons bestaan in Hel is de herinnering aan onze aanwezigheid in de Hemel, maar dat gaat niet lukken zolang we de Hel serieus nemen en de Hemel zien als iets waar we wellicht in de toekomst een keer naartoe zullen gaan.