Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag

Zonde en schuld

De wereld die ik zie en ervaar — en hoewel ik praat over mijzelf, geldt dit voor iedereen, aangezien we allemaal hetzelfde zijn — heeft afleiding van zonde en schuld als enig doel.

Ik, als in afscheiding gelovende denkgeest, heb deze wereld gecreëerd, oftewel verzonnen en geprojecteerd, om er voor te zorgen dat ik, nog steeds als die denkgeest, niet naar mijn zonde en schuld hoef te kijken. Sterker nog, deze wereld is zo overtuigend, dat ik vergeet dat ik ergens schuldig aan ben, hoewel de schuld onbewust blijft dooretteren. Ik, als die denkgeest, geloof namelijk dat ik mij heb afgescheiden van Eenheid.

In Een Cursus in Wonderen wordt dit grofweg als volgt symbolisch omschreven. Ik, als denkgeest/Zoon van God, heb mij afgescheiden van God. Ik heb God afgewezen, ik heb Hem vermoord en ik heb Zijn macht van Hem afgenomen. Dat is zo’n beetje de grootste zonde die wie dan ook kan plegen, geen wonder dat ik mij schuldig voel en straf verdien.

Het schuldgevoel dat ik overhield, als gevolg van het plegen van die zonde, was zo ondraaglijk, dat ik niet anders kon dan een wereld dromen waarin ik die schuld en die zonde kan projecteren op schijnbare anderen, zodat ik mijzelf als onschuldig kan zien en die anderen als schuldig. Bovendien leidt die wereld mij zo af, dat ik niet aan de zonde die ik heb gepleegd hoef te denken en ik die zonde, samen met het schuldgevoel daarover, gaandeweg kan vergeten.

Die afscheiding van Eenheid, die moord op God, was de eerste droom en vond plaats in de Denkgeest. Het was een droom, met andere woorden: niet waar, omdat afscheiding van Eenheid onmogelijk is. Eenheid, of God, IS! Er is niet meer dan dat en er is niets buiten dat. Dus wie of wat zou zich dan kunnen afsplitsen van Eenheid? Wie of wat zou God kunnen vermoorden en zijn macht stelen, als er alleen maar God IS?

Het geloof in die eerste droom over afscheiding, een afscheiding die nooit heeft plaatsgevonden, creëerde het ongefundeerde schuldgevoel over die moord op God, en om dat schuldgevoel kwijt te raken, droomt de over afscheiding dromende denkgeest — ik! — een nieuwe droom in die eerste droom, over een leven in een wereld waarin iedereen schuldig is, behalve hijzelf.

Deze tweede droom is niet waar omdat de eerste droom over afscheiding niet waar is. Die tweede droom, over een wereld waarin iedereen schuldig is behalve ikzelf, waarin iedereen het fout doet behalve ikzelf, waarin iedereen ongelijk heeft behalve ikzelf, wordt alleen gedroomd om de eerste droom, waarin ik als denkgeest verteerd word door zonde en schuld als gevolg van de moord op God en de afscheiding en vernietiging van Eenheid, te vergeten.

De eerste droom vond plaats in tijdloosheid, aangezien tijd en ruimte alleen ingrediënten zijn van de tweede droom. Omdat de eerste droom in tijdloosheid plaatsvond, was hij voorbij op het moment dat hij begon. Het geloof in die eerste droom van afscheiding, moord en vernietiging, een geloof dat ontstond op het moment dat de droom al voorbij was, leverde een schuldgevoel op.

Schuld is altijd gerelateerd aan iets wat is gebeurd, en iets wat is gebeurd heeft een gevolg, wat automatisch het idee van ‘tijd’ en een oplossing in de toekomst creëert, en het idee van een schijnbare oplossing in de toekomst creëert automatisch het idee van ‘ruimte’… en zo is het schijnbare universum geboren.

De enige keuze die ik als denkgeest zag, was de keuze tussen de ego-denkgeest die een wereld verzint waarin ik mijn eigen zonde vergeet en die projecteer op iedereen om mij heen, of de Heilige Geest die mij vertelt dat de afscheiding en vernietiging van Eenheid (de moord op God) nooit heeft plaatsgevonden.

Verteerd door zonde en schuld, en ervan overtuigd dat ik straf verdiende, koos ik voor de ego-denkgeest, want net als een klein kind die zijn ouders niet gelooft als die zeggen dat er geen monsters onder zijn bed zitten, geloofde ik de Heilige Geest niet; want ik ben schuldig, daarvan was ik absoluut overtuigd.

Mijn absolute geloof in mijn moord op God, de vernietiging van Eenheid, zorgde ervoor dat ik alleen maar kon kiezen voor de ego-denkgeest, die mij zoetjes in slaap suste en mij een droom laat dromen over een volkomen krankzinnige en moordlustige wereld waarin ik als enige onschuldig ben.

Zoals ik al zei, gaat dit verhaal over iedereen. We willen niet wakker worden uit deze droom over deze wereld, omdat we niet willen terugkeren naar onze eerste droom waarin we schuldig zijn aan de moord op God en de vernietiging van Eenheid. Zolang we niet durven te kijken naar dat schuldgevoel dat we allemaal hebben (want we zijn allemaal hetzelfde) en zolang we niet kunnen accepteren dat we dat schuldgevoel hebben, kunnen we niet inzien dat dit schuldgevoel nergens op gebaseerd is.

Afscheiding van Eenheid is onmogelijk, niets kan God vermoorden, en niemand is schuldig aan welke zonde dan ook. Wij, als Denkgeest, fantaseerden en droomden over afscheiding en geloofden dat het echt had plaatsgevonden, maar dat is niet waar. Dat wat wij geloofden dat heeft plaatsgevonden was een droom die voorbij was op het moment dat hij begon, en de wereld die wij als reactie hierop verzonnen, creëerden en projecteerden, was op datzelfde moment al voorbij.

In een later stadia zal ik hier ongetwijfeld op terugkomen, aangezien dit de kern is van wat wij allemaal denken dat gaande is en in feite de sleutel is tot ontwaken, of bevrijding, of verlichting… of geef het maar een naam.

Wakker in of uit de droom

Wakker worden ‘in de droom’ en ‘uit de droom’ zijn verwarrende termen, tot ze dat niet meer zijn. Heel simpel gezegd is wakker worden uit de droom niet mogelijk in de droom, en alles hier in dit leven is in de droom.

Dit betekent dat iedereen die zegt dat hij wakker is uit de droom, zich vergist en alleen maar gelooft dat hij wakker is uit de droom. Ik was ook zo iemand, ik vergiste me ook en geloofde ooit dat ik wakker was uit de droom, omdat mensen als Jed McKenna beweerden wakker te zijn geworden uit de droom en vervolgens weer terug waren gekeerd in de droom.

De ervaring die dit soort mensen beschreven, was de ervaring die ikzelf heb gehad. Als je dan niet beter weet dat dat wakker worden uit de droom is, dan is de vergissing snel gemaakt. De ego-denkgeest wil niets liever dan iets geloven wat niet waar is, omdat dit er voor zorgt dat je niet meer op zoek gaat naar wat wel waar is.

Nu, vanuit mijn eigen huidige ervaring, zie ik dat bij voorbeeld Jed McKenna niet is ontwaakt uit de droom, maar gelooft, en er waarschijnlijk echt van overtuigd is, dat hij is ontwaakt uit de droom. Dit maakt hem niet ‘fout’ of een slechte leraar, zijn boeken (de eerste drie dan) kunnen je op een geweldige manier op weg helpen, maar als je echt wakker wil worden uit de droom, moet je op een gegeven moment elke leraar achter je laten.

Dit geldt uiteindelijk ook voor de leraar in Een Cursus in Wonderen, die vanuit een algemeen consensus ‘Jezus’ wordt genoemd. Ook deze leraar moet je op een gegeven moment achter je laten wanneer hij je heeft geleerd wat hij je hier op aarde kan leren. Deze ‘Jezus’, maar ook Jed McKenna, of Ramana Maharshi, of Boeddha, of Nisargadatta Maharaj, kunnen je helpen om wakker te worden in de droom — wat het hoogst haalbare is in deze droom.

Zolang je aanwezig bent als mens op aarde, kun je alleen wakker worden in de droom. Dat ben je wanneer jij je volledig beseft dat jij niet dat lichaam bent en dat alles wat er hier in dit universum schijnbaar gebeurt, ooit gebeurd is of ooit zal gebeuren, niet waar is en geen enkel effect kan hebben op wat jij werkelijk bent. Je beseft je, dat als je niet dat lichaam bent, je iets anders moet zijn.

Wat jij werkelijk bent, is wat ik ook werkelijk ben, want we zijn allemaal hetzelfde. We beseffen ons in eerste instantie, na ontwaken in de droom, dat we een verdwaalde denkgeest zijn die geloof hecht aan een nietig dwaas idee over afscheiding van Eenheid.

Die denkgeest koos vervolgens voor de ego-denkgeest, omdat die voor hem bevestigde dat die afscheiding mogelijk is. De denkgeest voelde zich als gevolg daarvan schuldig over de afscheiding van Eenheid, maar de ego-denkgeest waarvoor de denkgeest had gekozen had een oplossing!

De ego-denkgeest projecteerde de in afscheiding gelovende denkgeest als miljarden losstaande personages (wij als mensen) en projecteerde de schuld die we ervoeren buiten ons (zodat wij het zelf kwijt zou zijn) in de vorm van een droom over een wereld waarin alles en iedereen schuldig is behalve wijzelf.

Wanneer dat gezien en beseft wordt, ontstaat er iets dat we binnen onze nachtelijke dromen ‘lucide dromen’ noemen, waarbij het droomfiguur (wij als ons lichaam) zich bewust is van het feit dat het een droomfiguur is dat zich in een droomwereld bevindt. Dat is wat we wakker worden in de droom noemen.

In tweede instantie zijn wij Denkgeest (met een hoofdletter) die in staat is om te kijken naar onszelf als die dromende denkgeest (kleine letter). Als die Denkgeest (hoofdletter) zijn we in staat om de keuze voor de ego-denkgeest terug te trekken, om daarna te kiezen voor de juist gerichte denkgeest, Heilige Geest genoemd in Een Cursus in Wonderen. Let wel, dit is nog steeds in de droom. Hoewel die droom nu lucide is, is het nog steeds een droom.

Wanneer je dat als Denkgeest (hoofdletter) hebt gedaan, kun je — volgens de theorie van Een Cursus in Wonderen — alles wat je dacht dat waar was vergeven, waardoor je jezelf kunt vergeven voor jouw geloof in alles wat niet waar was en voor je projectie van deze krankzinnige wereld. Daarna zul je zien en beseffen — in plaats van intellectueel ‘weten’ — dat de droom je niets meer te bieden heeft en dat je dit niet alleen niet meer wilt, maar letterlijk niet meer kan gebruiken.

Vervolgens, wanneer je er echt klaar voor bent als Denkgeest (hoofdletter), zal je ontwaken uit de droom; wat betekent dat de droom zal ophouden en het universum waarover je droomde — wat dus uiteindelijk nooit werkelijk heeft bestaan — verdwenen zal zijn. Er kan dan geen sprake meer zijn van een personage in of op een wereld, omdat er geen sprake meer is van een wereld.

Wakker worden uit de droom is de allerlaatste stap, en die stap is aan ‘God’ — zoals het in Een Cursus in Wonderen wordt genoemd — of aan ‘Het Absolute’ — zoals Nisargadatta het noemde. Dat is wat men wel ‘genade’ noemt (‘grace’ in het Engels).

Wat je dan zal zijn is Geest (eveneens met hoofdletter), maar dat heeft letterlijk en volledig niets meer te maken met wat je nu denkt te zijn. Er is maar één Geest en omdat deze Geest het enige is dat er is, is het zich nergens bewust van, omdat er niets anders is om bewust van te zijn; het wil niets, het moet niets en het doet niets… het is! ‘Geest’ is overigens ook alleen maar een woord, een symbool voor iets dat niet te beschrijven valt.

Wakker worden uit de droom betekent het absolute einde van bewustzijn, en dat betekent het absolute einde van jou als bewuste entiteit, als verdwaalde denkgeest die koos voor de ego-denkgeest of als Denkgeest die koos voor de Heilige Geest. Er is dan niets meer van dat alles, er niet eens meer niets, en dat is wat ‘God’ is!

Vanzelfsprekend moet je mij ook niet op mijn woord geloven, maar moet je, mits je wilt ontwaken in of uit de droom, zelf aan de slag gaan en het zelf ervaren en zelf tot dit (of wellicht een ander) besef komen.

Angst voor het onbekende

Ik weet niet precies hoe ik dit moet opschrijven, dus ik begin maar gewoon. Het gaat over het gegeven dat we niet echt wakker willen worden uit deze droomstaat. Ik zeg ‘we’ omdat we letterlijk allemaal hetzelfde zijn, maar dit gaat natuurlijk over mij, en dat ik me besef dat ik onbewust niet wakker wil worden uit de droom.

Ik word ’s ochtends meer dan geregeld wakker met het vrij intense gevoel van ‘ik wil dit niet meer, ik heb hier geen zin meer in.’ Dat heeft niets met depressies te maken, maar alles met het feit dat ik wel klaar ben met deze droom. Er is een diep gevoel van ‘het is genoeg geweest.’ Maar toch word ik niet wakker uit de droom, aangezien ik hier nog steeds rondwandel.

Ik voel dat ik er vlak bij ben. Ik zie bij wijze van spreken de deur van de uitgang een paar meter verderop, maar om die deur daadwerkelijk te passeren lukt me niet. Er is iets dat me tegenhoudt en dat iets is angst. Het is zelfs een herkenbare angst, omdat die angst ook bestaat in ons dagelijkse leven als ‘held’ van de droom.

Het is de angst voor het onbekende, waardoor we vaak liever kiezen voor een kutsituatie die herkenbaar is dan voor een nieuwe situatie waarover we niets weten. Liever een bekende shitzooi dan iets wat we niet kennen. Kortom: wat de boer niet kent, eet hij niet!

Dit is de angst die ik vanochtend opeens herkende. Ik weet namelijk heel zeker dat deze droomwereld mij niets meer te bieden heeft. Ik heb geen hoop op betere omstandigheden en er is hier niets dat ik zó nodig heb dat ik het niet achter me kan laten; en dan toch lukt het me niet om die stap te nemen en de droom te verlaten.

Overigens, het feit dat ik zie dat deze wereld me niets te bieden heeft, dat er niets is dat ik nodig heb en dat ik geen hoop heb, zie ik als iets positiefs; ik ben daar erg blij mee. Ik ervaar ze als bevrijdende gedachten en inzichten.

Ik weet ook dat dit het dromen van een droom is, de uiterlijke projectie van een innerlijke conditie, en dus niet werkelijk iets, niettemin geloof ik blijkbaar nog ergens dat dit hier wel iets is en geloof ik ergens ver weg nog dat ik iets moet offeren en opgeven wil ik ontwaken uit de droom. Ik weet dat dit niet zo is, maar blijkbaar geloof ik dit nog wel ergens onbewust.

Ik ben blij dat ik vanochtend mocht zien — en vooral ook voelen, het was een (schijnbaar) lichamelijke sensatie — dat die onbewuste angst voor het onbekende, die onbewuste twijfel over of er wel iets is na deze droom, de onbewuste onzekerheid over het wellicht toch iets moeten opofferen, bestaat, want daardoor is dit opeens bewust geworden en kan ik er mee aan de slag.

Overigens besefte ik me tegelijkertijd dat die laatste stap door de uitgang — of om in termen van Een Cursus in Wonderen te spreken, die laatste trede op de ladder of dat laatste sprongetje over de kloof in de brug tussen deze wereld en God — niet door mij kan worden genomen; en als dit voor mij zo is, dan geldt dit voor iedereen, want we zijn allemaal hetzelfde.

Het enige wat ik kan doen is de bereidwilligheid tonen dat ik wakker wil worden uit de droom. Verder moet ik serieus kijken naar de angst, die gisteren nog onbewust was maar vandaag niet meer, en mijzelf voor die ongefundeerde angst vergeven.

Want ook al zijn we onbewust bang om deze ons bekende wereld op te geven, het is nog steeds het dromen van een droom. Het is letterlijk ‘niets’ waar we ons aan vasthouden. ‘Niets’ dat ons weghoudt van het verkrijgen van ‘alles’ — en ‘niets’ opgeven om ‘alles’ te krijgen, klinkt niet echt als een vreselijk offer. Vandaar dat de angst ongegrond is, hoewel we dat niet zo zullen zien zolang die angst onbewust is.

Van boven het slagveld

De afgelopen weken zijn een beetje ruwe weken voor mij geweest. Ik zal niet in detail treden, aangezien het nooit om de reden is die ik denk, maar zoals elke keer, leidde het ook deze keer tot een inzicht dat, voor mij, iets oplost.

Dit inzicht is gebaseerd op een paar gegevens, een paar wetenswaardigheden uit Een Cursus in Wonderen die ik zie als juist, die ik voor ‘waar’ aanneem. Het is niet mijn taak om iemand anders hiervan te overtuigen, maar ik deel het omdat het wellicht voor iemand anders waarde kan hebben. Dus doe er mee wat je wilt.

Het eerste gegeven, is dat wat wij denken dat we nu ervaren al lang geleden voorbij was. Dit betekent dat we deze droom, dit wat we ons leven noemen, alleen kunnen bekijken vanaf het einde van het verhaal, maar om wat voor reden dan ook zijn we vergeten dat dit zo is en geloven we dat we ons echt nu in het verhaal bevinden en dat alles ons echt nu overkomt.

Het tweede gegeven is dat we allemaal één denkgeest zijn waarin dit zich afspeelt en waar de keuze werd gemaakt tussen de onjuist gerichte denkgeest, waar het etiket ‘Ego’ symbool voor staat, of de juist gerichte denkgeest, waar het etiket ‘Heilige Geest’ symbool voor staat.

Om met het tweede gegeven te beginnen, die keuze is gemaakt op het niveau van de denkgeest, en als we opnieuw willen kiezen, kan dat alleen gedaan worden op datzelfde niveau. Voordat je werkelijk opnieuw een keuze kunt maken tussen de onjuist en de juist gerichte denkgeest, moet je eerst terugkeren naar die denkgeest, naar daar waar de keuze voor het eerst werd gemaakt.

Zo lang je nog denkt en gelooft dat er iets in deze wereld werkelijk is, zo lang je nog denkt en gelooft dat er iets van jou als entiteit waar is, zolang je nog gelooft dat deze wereld, deze droom, je iets te bieden heeft, maak je elke keuze altijd vanuit Ego. Ego kiest dan voor de Heilige Geest, en dat komt neer op Ego die doet alsof hij kiest voor de Heilige Geest, maar gewoon voor zichzelf kiest.

Kiezen op het niveau van denkgeest is alleen mogelijk wanneer het eerste gegeven, dat dit alles al voorbij is, inherent wordt begrepen en als ‘waar’ wordt omarmd, en dat is wat mij een dag geleden overkwam. Opeens ervoer ik kristalhelder dat dit alles al voorbij was en dat ik letterlijk aan het einde van deze reis sta en aan het terugkijken ben naar wat er allemaal schijnbaar is gebeurd.

Ik wist intellectueel al heel lang dat deze wereld lang geleden al voorbij was, want dat heb ik veertien jaar geleden voor het eerst in Een Cursus in Wonderen gelezen (T28.I.1:6), maar om dit letterlijk als een waarheid te ervaren, is compleet anders.

Het is niet goed uit te leggen aan iemand die wellicht dit inzicht nog niet volledig heeft omarmd, omdat het best wel schizofreen over kan komen. Ik ervoer namelijk dat ik van bovenaf keek naar wat er hier op aarde, en natuurlijk specifiek in mijn leven, gebeurt.

Dat dit mogelijk moest zijn, wist ik intellectueel al, want in het Tekstboek van Een Cursus in Wonderen staat: “Het slagveld overzien is nu je doel. Laat je optillen en kijk er vanaf een hoger standpunt op neer. Vandaaruit zal jouw perspectief heel anders zijn” (T23.IV.4:7, 5:1-2), maar ik had het nog nooit zo specifiek en werkelijk ervaren.

Ik zag mijn leven, en alles wat me dwars zat en tegenwerkte, elke tegenslag, maar ook elk geluksmoment, vanuit het perspectief van niet alleen bovenaf ‘het slagveld’, maar ook het einde van het verhaal. Ik besefte me volledig dat ik een leven bekeek dat al voorbij was, iets wat ik voorheen mijn leven noemde, maar nu eerder een film leek waarnaar ik keek.

Ik besefte me dat wat ik zag al voorbij was, en als dat zo is, dan is het zinloos om wel of geen zin te hebben in wat er plaatsvindt. Het heeft ook geen zin om er een mening over te hebben of te willen dat het anders moet zijn, want het heeft allemaal al plaatsgevonden, het is al voorbij… het is geweest. Niets van wat ik ervan vindt, niets van wat ik eraan zou willen veranderen, heeft een effect op wat er plaatsvindt, omdat het al is gebeurd.

Meestal zijn dit soort inzichten tijdelijk, dus ik was blij verrast dat ik vanochtend nog een keer wakker werd boven het slagveld, waar de denkgeest zich bevindt. Op dat niveau is de keuze tussen juist gerichte denkgeest en onjuist gerichte denkgeest, tussen Heilige Geest en Ego, een no brainer. Je schaart je vanzelfsprekend aan de zijde van de Heilige Geest en kijkt naar de film van je leven.

Vanuit het perspectief van Ego klinkt dit als dissociatie van het leven, maar dat is alleen omdat Ego wil dat we dit leven en onszelf als mens serieus nemen. In feite is dit leven en de overtuiging dat we het personage zijn waarmee we ons identificeren, dissociatie van Waarheid, en het slagveld verlaten en aan de hand van de Heilige Geest van bovenaf bekijken is de correctie, en die correctie is automatisch vergeving.

Vervolgens kan het idee opkomen dat je dan niets meer gaat doen in deze wereld, maar dat is opnieuw een Ego vergissing. Het punt is namelijk dat je alles al hebt gedaan, want “Deze wereld was lang geleden al voorbij” (T28.I.1:6) en het enige verschil is dat je nu vanuit vergeving kijkt naar al je acties, al je reacties, letterlijk alles wat je in feite al hebt gedaan omdat alles al is gebeurd, aan de hand van de Heilige Geest.

Nogmaals, voor wie nog leeft vanuit Ego als een mens op aarde, is dit niet te bevatten. En dat is oké. Geloof me dat het moment ooit komt dat je dit of iets soortgelijks zult ervaren. De uitkomst is namelijk onvermijdelijk, omdat alles al is gebeurd!