Angst! Hier wilde ik iets over schrijven, en toen zag ik dat ik hier al iets over heb geschreven (Zie: “Angst voor het onbekende“), maar ik denk dat ik het iets specifieker wil verwoorden dan alleen de angst voor het onbekende.
Ik geloof namelijk dat er slechts één heel erg specifieke angst is die de meeste van ons, zo niet allen van ons drijft. Of het nou angst voor spinnen is, angst om te vallen, angst voor het donker, angst voor doodgaan, of angst voor wat er wel of niet staat te gebeuren na de dood; al deze angsten komen voort uit slechts één angst: de angst om niet meer deze specifieke op zichzelf staande entiteit te zijn die we nu denken te zijn.
That’s it!
Elke angst is altijd gericht op een of ander gevaar voor het lichaam, en omdat we denken en geloven — bewust of onbewust — dat we dit lichaam zijn, is die angst altijd gericht op het niet meer zijn van deze specifieke op zichzelf staande entiteit. Dit kan de angst zijn voor het helemaal niet meer bestaan van die entiteit, of de angst dat we een deel van die entiteit verliezen — geestelijk, mentaal of letterlijk lichamelijk, zoals ziek worden of het verliezen van een ledemaat.
Ook wanneer we bang zijn voor wat er na onze dood gebeurt, wat vanzelfsprekend ook valt onder de angst voor het onbekende waarover ik eerder heb geschreven, is dat nog altijd gebaseerd op ons geloof een op zichzelf staande entiteit te zijn. We zijn bang voor, of vragen ons af, wat er met ONS als personage zal gebeuren na die dood, alsof wij als personage werkelijk zullen blijven bestaan na die dood.
De kern van alle angsten is de angst om niet meer dit personage te zijn. Die angst in ongegrond, aangezien we nooit dat personage zijn geweest. Dus, zolang je nog iets van angst ervaart, dan is die angst een projectie van de angst om niet meer dit personage te zijn, de angst om niet meer deze op zichzelf staande entiteit te zijn… en dit laat jou zien dat je er nog niet volledig van overtuigd bent dat je nooit dit personage, deze op zichzelf staande entiteit, bent geweest.
Voor alle duidelijkheid moet ik hier aan toevoegen, dat als je het hier op aarde leuk vindt en je het fijn vindt om hier te zijn, of dat je hier nog wel wat langer wilt blijven omdat er best wel leuke momenten zijn en jezelf zo wijsmaakt dat je bewust van de droom aan het genieten bent, ook uitingen zijn van diezelfde angst. Alleen ervaar je het niet als angst, maar als genot, niettemin is het gewoon angst, ongeacht wat je denkt dat het is of wat jij jezelf wijsmaakt.
Je richten of focussen op die angst, is niet de oplossing, en het onderzoeken van die angst of het onderdrukken van die angst ook niet, want die angst is niet de oorzaak van iets, maar het gevolg. De angst is het gevolg van, en laat je alleen maar zien, dat jij — bewust of onbewust — denkt dat je een op zichzelf staande entiteit bent, dat jij dit personage bent terwijl je dat niet bent.
Het enige vraagstuk waarmee je aan de slag kan gaan, is de vraag waarom je blijkbaar denkt dat je een op zichzelf staande entiteit bent. Wanneer je dat vraagstuk hebt opgelost, dan is die angst ook verdwenen. Niemand is bang voor ziek worden, voor het krijgen van een ongeluk, voor de dood of wat er na de dood zal gebeuren; alle angst is alleen maar gericht op het niet zijn, of het niet meer volledig zijn, van deze op zichzelf staande entiteit die we schijnbaar denken te zijn. Het absolute besef dat je niet die entiteit en dat lichaam bent, betekent automatisch het einde van angst.