Een Perpetuum mobile is een vooralsnog denkbeeldig apparaat dat, wanneer het eenmaal in beweging is gebracht, uit zichzelf blijft bewegen. De theorie dat zo’n apparaat mogelijk moet zijn, bestaat sinds de 13de eeuw, maar tot nu toe is het niemand gelukt om zo’n apparaat te creëren.
Het Perpetuum mobile is niet waarover ik wil schrijven, maar het is wel een goed voorbeeld van wat mij de afgelopen week heel helder duidelijk werd. Het is een apparaat dat niet bestaat, maar als het zou bestaan, dan houdt het zichzelf in voortdurende beweging. Ik wil het gebruiken als symbool voor de manier waarop wij de droomstaat in stand, en dus in beweging houden.
De droom die we allemaal dromen is de droom over leven als een lichaam in een wereld die we delen met andere lichamen. Natuurlijk is er maar één droom en ook maar één dromer, dus ‘de droom die we allemaal dromen’ moeten we dan ook symbolisch zien. Omdat we geloven dat we hier in de droom met zijn allen zijn, is het logischer om er op die manier —in de zin van allemaal, allen en we — over te praten.
De droom die we dromen is het gevolg van schuldgevoel en angst. Ooit is er binnen Absolute Eenheid de gedachte opgekomen, geloofd en voor waar aangenomen, dat afscheiding van Eenheid mogelijk is en vooral ook uitgevoerd. Natuurlijk is afscheiding van Eenheid onmogelijk, maar dat heb ik al vaker uitgelegd, dus ik neem aan dat dit bekend is. Overigens dient alles wat ik schrijf niet letterlijk, maar symbolisch te worden gezien.
Het geloof dat afscheiding van Eenheid is gelukt, leverde het schijnbaar van Eenheid afgescheiden deel een schuldgevoel op. Door zich af te scheiden van Eenheid heeft het die Eenheid in feite vermoord, aangezien Eenheid dat een deel mist geen Eenheid meer kan zijn. Door dit schuldgevoel ontstond er de angst voor vervolging en straf, want alles wat Eenheid vermoordt verdient vanzelfsprekend straf.
Om deze straf te ontlopen, creëert het in afscheiding gelovende deel van Eenheid een droomwereld waarin het zich veilig wil voelen. Het creëert een wereld waarin het zichzelf deelt in inmiddels miljarden losstaande lichamen die allemaal stuk voor stuk een ander lichaam als schuldige aanwijzen. Dat is de bescherming die wij hebben ontwikkeld; iedereen is schuldig, behalve wij, dus iedereen verdient straf, behalve wijzelf.
Het geloof, dat de droom over een wereld met daarin miljarden lichamen, die allemaal — behalve wijzelf —schuldig zijn en straf verdienen, werkelijk waar en feitelijke realiteit is, verbeeldt het duwtje dat onze symbolische Perpetuum mobile droom in beweging heeft gebracht, een Perpetuum mobile droom die zichzelf vervolgens in beweging houdt.
Om te kunnen leven in een wereld waarin iedereen behalve wijzelf schuldig is aan de moord op Eenheid — kortom: een wereld vol moordenaars — kan niet anders dan als bedreigend worden ervaren. Maar dat is geen manier van leven, en bovendien zijn we deze droom juist gaan dromen om ons veilig te voelen, omdat we bang waren voor vergelding voor het vermoorden van Eenheid en dat wilden vergeten.
Om ons af te leiden van die angstgevoelens, verzinnen we van alles om onze gedachten weg te leiden van de potentiële bedreiging die deze wereld elke seconde is. We ontvluchten ons schuldgevoel en onze angst door onszelf bezig te houden of te verdoven. Of we dit doen met positieve bezigheden of negatieve bezigheden, of met fysieke, mentale of spirituele bezigheden, of met gezonde of destructieve bezigheden, of met verslavende bezigheden, maakt geen verschil. De bedoeling is om onze gedachten weg te houden van alles wat potentieel bedreigend is.
Op het moment dat wij, als dat deel van Eenheid dat gelooft dat afscheiding heeft plaatsgevonden, deze droom zijn gaan geloven (als bescherming tegen de straf die we geloven te verdienen voor de moord op Eenheid), hebben we er een werkelijkheidswaarde aan toegeschreven die het niet verdient. Hierdoor is deze wereld vol met schuldige moordenaars werkelijke realiteit geworden.
Een wereld vol moordenaars levert potentieel gevaar op. Omdat we hier bang voor zijn, verzinnen we van alles om dit te ontvluchten. Werk, relaties, vakanties, hobby’s, maar ook verslavingen, oorlogen, et cetera; in feite alles wat onze gedachten maar kan bezighouden. Maar die bezigheden, fysiek of mentaal, bevestigen juist dat deze wereld de enige werkelijke realiteit is! Waar anders dan in een echte fysieke wereld zou je bezig kunnen zijn, en waar anders dan in een bestaande wereld zou je iets kunnen ontvluchten?
Omdat we geloven dat deze wereld echt waar is en weten dat die wereld potentieel bedreigend is, verzinnen we bezigheden om ons hiervan af te leiden, die bezigheden bevestigen vervolgens het bestaan van deze wereld die in potentie bedreigend is, en omdat we die dreiging niet willen ervaren, verzinnen we bezigheden die ons daarvan afleiden én vervolgens opnieuw die wereld bevestigen die we als bedreigend ervaren, en om dat niet voortdurend te ervaren, verzinnen we bezigheden die… et fucking cetera.
Ziedaar onze Perpetuum mobile. Schuld en angst is wat deze Perpetuum mobile droom in beweging heeft gezet en onze bezigheden, waarmee we ons dissociëren van ons gevoel van schuld en angst, is wat deze Perpetuum mobile droom in beweging houdt.
Betekent dit dat we hier dan maar niets moeten gaan doen om zo te ontwaken uit die droom? Nee, niet echt. Natuurlijk ben je vrij om niets te doen. Je hoeft ook niets te doen, maar je mag ook van alles doen. Als je wilt ontwaken uit deze droom is het vooral verstandig om je bewust te zijn van wat je doet of niet doet, en vooral waarom je het doet of niet doet. Kijk serieus naar de functie die ‘bezig zijn’ of ‘verdoven’ werkelijk hebben en wees er eerlijk over.
Je bent niet bezig omdat je dat leuk vindt en je verdooft je niet omdat je dat nodig hebt, je doet het om de waarheid van Absolute Eenheid en het feit dat je nooit afgescheiden bent van die Eenheid te ontvluchten. Wees daar eerlijk over, tegenover jezelf. Zie dat je er alles aan doet om bij die Eenheid weg te blijven, omdat je anders moet toegeven dat jij als zelfstandig autonoom lichaam niet bestaat.
Zolang je niet in staat bent om dat werkelijk toe te geven en je dat werkelijk te realiseren — niet als lichaam, maar als in afscheiding gelovende denkgeest — kan je nooit werkelijk ervaren dat afscheiding van Eenheid onmogelijk is en nooit heeft plaatsgevonden, en kan je dus nooit ontwaken. Zolang je blijft geloven dat een Perpetuum mobile werkelijkheid is, zal die Perpetuum mobile zichzelf in beweging houden, ook al bestaat er niet zoiets als een Perpetuum mobile.